Stank van de bottenwagen

Plotseling kwam men op het idee, dat  de lucht wel eens uit de wagon met botten kon komen die op het spooremplacement op transport stond te wachten.

Door het warme weer en de oostenwind woei de stank over de IJssel heen. Er waren vaker klachten over stankoverlast geweest en de Inspektie van Volksgezondheid had zich er ook al eens mee bemoeid.

Een paar dagen later draaide de wind en zaten de bewoners van de Trekvaart in de stank. Men verzocht de NS de wagon, vooral bij warm weer, tijdig te vervangen. De wagon verdween uit Kampen, maar spoedig kwamen er klachten uit 's-Heerenbroek over stank van een bottenwagen die op het zijlijntje geplaatst was. De NS had geprobeerd de wagon te stallen in andere plaatsen, maar deze weigerden de wagon toe te laten en uiteindelijk had men de wagon maar in Mastenbroek geplaatst. Zodra de wagon vol was, werd deze weer vervangen.

De bewoners van 's-Heerenbroek schreven een brief naar ‘Poortwachter’ (redacteur H. van Heerde van het Kamper Nieuwsblad) en vroegen hem om een oplossing.  Aangezien het tegen de winter liep en het kouder werd, was de stank voorlopig wel voorbij. Poortwachter wist echter ook geen oplossing want zolang er geen bottenloze koeien gefokt konden worden, zou men met dit probleem blijven zitten.

Hij riep de lezers van de krant op om oplossingen voor dit probleem te vinden. Of er reacties geweest zijn wordt niet meer vermeld. Bij warm weer en ongunstige wind duwden de bewoners van het voormalige station Mastenbroek de wagon verder weg op het zijlijntje, zodat ze niet meer in de stank zaten. Na één tot anderhalf jaar werd de bottenwagen weer verwijderd.

Overigens waren in Kampen ook wel eens klachten over stank van (rottende) vis afkomstig uit wagons waarvan de inhoud bestemd was voor een vismeelfabriek op Urk. Deze wagons werden niet tijdig gelost en veroorzaakten met warm weer stankoverlast.

• Geplaatst op: maandag, 04 maart 2013
• Bijgewerkt op: zaterdag, 22 augustus 2015

Gerelateerde artikelen