Mastenbroekerschutsluis en omgeving

1. Ca. 1800 Situatie sluis en Trekvaart (coll. K. Haar)

1. Ca. 1800 Situatie sluis en Trekvaart (coll. K. Haar)

2. 1836 Sluis en aanlegplaats trekschuit t.p.v. huidig station (coll. K. Haar)

2. 1836 Sluis en aanlegplaats trekschuit t.p.v. huidig station (coll. K. Haar)

3. Schets uit 1865 voor plaatsing balken over sluis (coll. K. Haar)

3. Schets uit 1865 voor plaatsing balken over sluis (coll. K. Haar)

4. Vooroorlogse situatie sluis met links overweg (coll. K. Haar)

4. Vooroorlogse situatie sluis met links overweg (coll. K. Haar)

5. Ca. 1930 Schutsluis met Kikkergat, links overweg (coll. K. Haar)

5. Ca. 1930 Schutsluis met Kikkergat, links overweg (coll. K. Haar)

6. Ca. 1930 Overweg naast sluis (coll. K. Haar)

6. Ca. 1930 Overweg naast sluis (coll. K. Haar)

7. Ca. 1900 Eerste NCS-station met noodbalkenhuisje (coll. K. Haar)

7. Ca. 1900 Eerste NCS-station met noodbalkenhuisje (coll. K. Haar)

8. Ca. 1930 Zwolseweg met noodbalkenhuisje (coll. K. Haar)

8. Ca. 1930 Zwolseweg met noodbalkenhuisje (coll. K. Haar)

9. Ca. 1930 Zwolseweg met overweg (coll. K. Haar)

9. Ca. 1930 Zwolseweg met overweg (coll. K. Haar)

10. Ca. 1915 Kikkergat en Trekvaart met houten brugje (coll. K. Haar)

10. Ca. 1915 Kikkergat en Trekvaart met houten brugje (coll. K. Haar)

11. Ca. 1938 Café Diepenveen vlak voor afbraak (coll. K. Haar)

11. Ca. 1938 Café Diepenveen vlak voor afbraak (coll. K. Haar)

Kampen 21 april 2017, teruggevonden restanten sluis (foto K. Haar)

Kampen 21 april 2017, teruggevonden restanten sluis (foto K. Haar)

Kampen 21 april 2017, restant sluismuur (foto K. Haar)

Kampen 21 april 2017, restant sluismuur (foto K. Haar)

Kampen 21 april 2017, sluismuur met oog voor vastleggen kabel (foto K. Haar)

Kampen 21 april 2017, sluismuur met oog voor vastleggen kabel (foto K. Haar)

Kampen 16 juni 2017, een aangepaste keerwand over het restant van de sluis (foto Kasper Haar)

Kampen 16 juni 2017, een aangepaste keerwand over het restant van de sluis (foto Kasper Haar)

Op 19 april 2017ontdekte aannemer BAM Infra Rail tijdens graafwerkzaamheden ter plaatse van het gesloopte tweede perron van station Kampen oude muren van een voormalige sluis.

Het blijkt te gaan om de 4,32 m brede Kampersluis, later Mastenbroekerschutsluis genoemd, jarenlang gebruikt voor het scheepvaartverkeer tussen de polder Mastenbroek en de IJssel. De sluis werd oorspronkelijk in 1381 gebouwd na de omdijking van Mastenbroek in 1364. Na de voltooiing van de omdijking van Mastenbroek hadden de polder drie grote weteringen met uitwateringssluizen en waren er nog drie sluizen nl. tegenover Kampen (Kampersluis), Zwolle en Hasselt. De Kampersluis was bedoeld om de waterstand van het Bolwerk Kampen te reguleren (in de 19e eeuw de tuin van de Buitensociëteit).

Kikkergat
Vanaf 1664 kreeg de Kampersluis nog een functie, namelijk om  via de sluis de toen door Mastenbroek aangelegde vaart naar Hasselt, met daarnaast een weg (jaagpad), aan te sluiten op de IJssel. Kampen beloofde de wetering zo breed te maken dat twee schepen elkaar konden passeren. Na passage van de sluis vanuit de IJssel lag voor de Trekvaart een draai- of keerkolk, Kikkergat genoemd, waar de schepen konden keren en deze sloot aan op de Trekvaart. Deze werd zo genoemd omdat vanaf hier vanaf 1664 de trekschuit naar Hasselt/Genemuiden vertrok. Vandaar kon men Zwolle, Meppel en Friesland per trekschuit bereiken, tot dit vervoer werd overgenomen door diligences, later door treinen en (stoom)trams.

Herberg
Waar nu het huidige station staat, stond oorspronkelijk de Johans- of Nieuwe Herberg met daarvoor de aanlegsteiger voor de trekschuit. Na afbraak van deze herberg in 1862 werd de steiger verplaatst vóór de herberg van Hermanus van Regteren aan de Trekvaart. De voormalige aanlegplaats veranderde langzamerhand in een modderpoel totdat hier in 1864/1865 het station gebouwd werd. De herberg van Van Regteren heette begin negentiende eeuw (1803) ‘De Zon’ en de eigenaar was toen Johannes Ridderinkhof. In zijn herberg werden vaak belangrijke gemeentelijke stukken van de Gemeente IJsselmuiden ter inzage gelegd en werden er ook wel belangrijke vergaderingen gehouden. In 1850 overleed Johannes Ridderinkhof. Op  20 oktober 1853 werd kastelein en veehouder Hermanus van Regteren (1823-1906) de nieuwe eigenaar. Bij de herberg behoorde ook een stalling voor paarden, verder nog schuren, een hooiberg, stukken grasland en een tuin met een koepel en kegelbaan. Hiervan moest in 1864 door de Gemeente Kampen een deel onteigend worden ten behoeve van de verlenging van de spoorlijn tot de IJsselbrug. Op 16 november 1864 vond in de herberg een hoorzitting plaats en konden belanghebbenden opmerkingen of vragen  stellen  aan een commissie over de verlenging van de spoorlijn tot de IJsselbrug. Van Regteren was één van de vier belanghebbenden en vond dat zijn eigendommen door de aanleg van de spoorlijn meer aan brandgevaar blootgesteld werden. De commissie vond dat dit in zijn schadeloosstelling door de Gemeente Kampen meegenomen moest worden.  Van Regteren kreeg van Kampen totaal fl. 1.300,- maar vond dat achteraf in 1866 te weinig. Hij probeerde er nog fl. 500,- bij te krijgen, maar Kampen vond dat het met fl. 1.300,- ruimschoots betaald was.

Kleine brugje
De schutsluis werd jaarlijks door het waterschap verpacht en Van Regteren was jarenlang pachter en schutte de schepen door de sluis. Zijn pachtprijs bedroeg gemiddeld ca. fl. 500,-/jaar.  Na zijn overlijden in 1906 werd de herberg overgenomen door A. Diepenveen en heette vanaf toen Café en Stalling 'Spoorzicht'. Blijkbaar gingen de zaken niet zo goed, want in de dertiger jaren kocht de Gemeente IJsselmuiden het inmiddels wat vervallen café om zo een executoriale verkoop te voorkomen en brak het in 1938 af om plaats te maken voor een kazerne voor de rijkspolitie, thans (na 1999) woonhuizen Trekvaart 1 – 9. De Nieuweweg (nu Burgemeester van Engelenweg) liep naast de sluis door tot de Zwolseweg en met de komst van de spoorlijn in 1865 kwam er een overweg naast de sluis. De huidige weg voor het stationsplein werd ook in 1865 aangelegd. De buitenste deuren van de sluis zaten aan de andere zijde van de Zwolseweg. Hier was ook een noodbalkenhuisje met ter grootte van  5,85 x 2,85 m, waarin materialen opgeslagen lagen om de sluis bij hoog water te kunnen afsluiten. Er wordt gesproken over het ‘kleine brugje’ onder het wegdek van de Zwolseweg.

Onderhoud
Vermoedelijk kon men dit brugje oorspronkelijk omhoog halen om zo schepen met masten door de sluis te kunnen schutten, maar daarover wordt niet meer gesproken in 1865, zodat ook hier net zoals later ter plaatse van het station een houten bedekking over de sluis lag die eventueel bij onderhoud verwijderd kon worden. De schepen konden alleen met  gestreken mast de sluis passeren. Toen in 1864 besloten werd het station bij de IJsselbrug te bouwen in plaats van bij ‘De Hooge Boomen’, was de N.C.S. (Nederlandsche Spoorweg-Maatschappij) genoodzaakt door deze verlenging aan het waterschap ‘Het Vereenigd Collegie in het 4de Dijksdistrict van Overijssel’ toestemming te vragen om over de sluis het spoor te mogen leggen. Hiervoor kreeg men op 4 januari 1865 toestemming, wel met de voorwaarde dat de NCS onderhoud en reparaties aan de funderingen en het metselwerk vanaf de kleine boog (kleine brugje) tot aan de binnenste sluisdeuren voor haar rekening zou nemen. Ook mochten de sluismuren geen hinder ondervinden van trillingen door de passage van de treinen. Op de sluismuren werden stalen balken bevestigd waarop een houten dek kwam waarover drie sporen liepen; bij de bouw van het huidige station in 1912 werden dit twee sporen en werd op de sluismuren een opbouw gemaakt in verband met de aanleg van een tweede perron. De NCS was nogal traag met het onderhoud aan het metselwerk en moest al in 1872 en ook later steeds door het waterschap worden aangemaand om de nodige werkzaamheden uit te voeren.

Scheepvaart
Via de sluis werd vooral veel laagveen uit de Koekoekspolder afgevoerd en omgekeerd grind en steenslag voor het onderhoud aan de polderwegen aangevoerd. De vroeger in Kampen bekende turfschipper Snoeier verkocht in Kampen eerst zijn deklast voordat hij met zijn 41 ton scheepje door de sluis kon varen. In de jaren dertig vorige eeuw nam het schutten van schepen door de sluis drastisch af: in 1935 38 maal en in 1938 slechts 24 maal (exclusief de aanvoer van grind). Dit scheepvaartverkeer bestond toen hoofdzakelijk uit punters (14 maal) en verder nog bokken (4 stuks) en roeiboten (6 stuks). In 1939 werd besloten de sluis te sluiten voor het schutten van schepen en te wijzigen in een inlaatsluis, zodat men nog wel de waterhuishouding in Mastenbroek kon regelen. De gemeente IJsselmuiden had hiertegen geen bezwaar en GS van Overijssel gaf hiervoor op 21 november 1939 toestemming. Er kwamen twee betonnen muren met doorlaten op de plaats van de sluisdeuren.

Modderpoel
In de Nieuweweg voor het station lag ook nog een oude stenen brug naast het Kikkergat over de verbinding van de waterwegen naar de tuin van de Buitensociëteit. Deze brug verkeerde in een slechte staat en besloten werd de brug te vervangen door een dam met een betonnen duiker waarover een 8 meter brede rijbaan kwam met aan weerszijden een trottoir. Dit werk werd uitgevoerd in  juni 1939 uitgevoerd door R. Mateboer uit Kampen voor het bedrag van fl. 1.575,-. De (over)weg naast de sluis werd op 1 juli 1943 vanwege het toenemende verkeer op de Zwolseweg en de daardoor gevaarlijk ontstane situaties, door de Gemeente IJsselmuiden gesloten. Per 1 januari 1947 ging de Trekvaart over van de Gemeente Kampen naar de Gemeente IJsselmuiden. Kampen gaf nog fl. 10.000,-  mee voor achterstallig onderhoud. Een baggerbeurt kostte echter fl. 16.000,-. Burgemeester Oldenhof van IJsselmuiden die het karakter had van een zakenman, gaf opdracht te onderzoeken of het Kikkergat gedempt kon worden om zo kosten te  besparen. Dit onderzoek werd halverwege 1950 gestaakt omdat de NS geen medewerking wou verlenen. De Gemeente IJsselmuiden verzocht toen wel het Waterschap Mastenbroek het houten bruggetje uit 1870 over de Trekvaart, dat in een zeer slechte staat verkeerde, te vervangen door een dam met een duiker. Het Waterschap ging hiermee akkoord en gaf In 1951 opdracht om dit werk uit te voeren aan H.J. te Siepe te Winterswijk voor het bedrag van fl. 12.120,-.  Hierdoor werd het Kikkergat verkleind en veranderde het restant daarna langzamerhand in een modderpoel.

In 1982 werden tijdens een 1,3 miljoen gulden kostende reconstructie van het stationsplein door dit laatste restant zware duikers voor watertoevoer naar de Trekvaart gelegd waarna het Kikkergat geheel werd gedempt, thans is hier het busstation. Het restant van de inlaatsluis verdween onder een betonplaat. Met de laatste dijkverzwaring verdween ook de inlaat aan de IJsselkant voorgoed achter de basaltblokken.

De in april teruggevonden restanten dateren uit begin zeventiende eeuw. Het zijn restanten uit begin van de zeventiende eeuw, gesteund door poeren. Besloten is deze restanten te behouden. Burgemeester Koelewijn: “Ik ben blij met de geslaagde inspanningen van alle betrokken partijen om deze archeologische vondst te bewaren. Ik bedank BAM, ProRail, en alle organisaties die betrokken zijn geweest bij het onderzoek, voor hun constructieve grondhouding om een oplossing te bereiken die behoud van dit historisch belangrijke sluisrestant mogelijk maakt, terwijl het werk bij het station ook kan doorgaan”.  De betonnen keerwand als grondkering is op 15 juni zodanig aangepast, dat deze over de sluis geplaatst kon worden, van de sluis zelf zal na aanleg van het spoor niets zichtbaar meer zijn.

  • Geplaatst op: vrijdag, 02 juni 2017
  • Bijgewerkt op: maandag, 07 juni 2021

Kasper Haar

Grote kenner van de geschiedenis van het Kamperlijntje is de in Kampen woonachtige Kasper Haar.


 Lees hier verder...

HanzelijnHome

Hanzelijn

Op donderdag 6 december 2012 werd de Hanzelijn door Koningin Beatrix geopend en daarmee ook station Kampen Zuid.


Lees hier verder...

GAKklein

Stadsarchief Kampen

Initiator van de vernieuwde website van Het Kamperlijntje is het Stadsarchief Kampen.


 Lees hier verder...